Biografie

Biografie van Luc Fraiture

Luc François Louis Fraiture, de tweede van vier kinderen, is op 18 augustus 1939 in Mol aan de Hollandse grens geboren. Zijn vader was een Waal terwijl zijn moeder Vlaams was. Zo kwam het, dat hij de drie eerste jaren van zijn leven in het Frans werd opgevoed. Maar vanaf de kleuterschool werd zijn opvoeding tweetalig en deed hij al zijn studies in het Nederlands.
Hij kwam in de lagere school in de herfst van het jaar 1944, onmiddellijk na de bevrijding van Mol door Engelse en Canadese troepen. In september 1950 werd hij naar het Sint-Jan Bergmans College gestuurd, waar hij de toen gebruikelijke «Grieks-Latijnse» humaniora begon. Door het vroege en plotse overlijden van zijn vader in januari 1954 besloot zijn moeder naar Tienen te verhuizen. Dit was haar geboortestad waar haar ouders nog leefden. Dank zij de financiële hulp van de familie, kon de opvoeding van Luc en de andere drie kinderen zonder beperking of onderbreking voortgezet worden. Luc beëindigde zijn secundair onderwijs in juni 1958.
Al voor zijn laatste jaar in het Onze-Lieve-Vrouwecollege te Tienen, had hij besloten natuurkunde te studeren. Niettegenstaande zijn humanistische opleiding, lukte hij zijn toelatingsexamen aan de Katholieke Universiteit te Leuven zonder voorbereidend jaar. Dit examen was wettelijk verplicht indien men ofwel ingenieurswetenschappen, wiskunde of natuurkunde wilde studeren en men geen «wiskundige» humaniora doorlopen had. In 1962 werd hij licentiaat (wat nu met master overeenkomt) in theoretische natuurkunde. Hij werkte dan gedurende één jaar als leraar scheikunde en natuurkunde alvorens zijn aanvraag voor een studiebeurs in te dienen.
Die werd hem toegekend in oktober 1963, kort na zijn huwelijk met Christiane Lamens, de dochter van een welstellende handelaar. In de herfst van 1965 verdedigde Luc Fraiture te Leuven zijn doctoraats-verhandeling over verstrooiing van elektromagnetische golven en behaalde zijn PhD met de grootste onderscheiding.
Hij startte zijn beroepsleven in een instituut voor theoretisch onderzoek (MBLE, toen al opgenomen in het Nederlandse PHILIPS consortium ) in Brussel. Na enkele maanden werd hij opgeroepen om zijn (toen nog verplichte) legerdienst te doen. Na de daarmee verbonden onderbreking van een jaar nam hij zijn onderzoekstaken in verband met de studie van passieve (elektrische) netwerktheorie en haar toepassingen weer op. Weldra kreeg hij de opdracht een mechanische bandpass-filter voor de toenmalige analoge telefonie te ontwikkelen (hoewel zulke filters reeds toen meer als twintig jaar bestonden). Fraiture werd tijdelijk naar het «Natuurkundig Laboratorium» van PHILIPS in de buurt van Eindhoven overgeplaatst. Van nul beginnend en daarenboven technisch alleen gelaten, realiseerde hij snel dat – bij gebrek aan praktische ingenieurskennis en ervaring – hij niet in staat zou zijn de verwachtingen van zijn oversten in een tijdsbestek van één of twee jaren te vervullen.
In december 1967 solliciteerde Fraiture voor een baan bij de European Space Research Organization (ESRO), de voorloopster van het Europese Ruimtevaart Agentschap (ESA). Na een interview in januari 1968 bood men hem een driejarig contract aan voor een betrekking als ’senior analist‘ belast met software ontwikkeling en operationele activiteiten in verband met de stand (bepaling van de oriëntering in de ruimte en de berekening van parameters voor haar eventuele planmatige verandering) van Europese satellieten. Daar hij geen lid was van een research ‚team‘ in PHILIPS kon hij bekomen onmiddellijk van zijn verplichtingen aldaar ontslagen te worden.
Daardoor was het hem mogelijk al midden maart 1968 met zijn nieuwe baan in Darmstadt in Duitsland aan te vangen. Samen met zijn vrouw verhuisden ze van België naar Duitsland. Toch is hun zoon, Boris, twee jaar later nog in België geboren.
In feite is L. Fraiture de volgende 29 jaar in dezelfde specifieke beroepsrichting gebleven. Zijn eerste projecten waren zowel «spin gestabiliseerde» als «drie assen gestabiliseerde» satellieten voor dewelke hij ofwel alleen werkte, ofwel geholpen werd door een jongere collega. In 1974, toen het duidelijk werd dat ESRO zou overschakelen van een organisatie voor wetenschappelijk onderzoek naar een agentschap (ESA), werden financiële middelen vrijgemaakt om de lancering en vroege operationele activiteiten van een reeks opkomende geostationaire satelliet-projecten voor te bereiden.
Bij die gelegenheid werd Fraiture ploegleider, werkend met ongeveer zeven man en had hij de opdracht zowel de standsoftware te ontwerpen en te realiseren, als ook de onmiddellijke voorbereiding van de lanceringen en de vroege operationele activiteiten als ‚attitude team leader‘ te leiden. Hoewel een ongeneeslijke bloedkanker in 1977 ontdekt werd, besloot Dr. Fraiture wijselijk niet te veel belang aan de geneeskundige voorspellingen te hechten, want ten slotte bleek zijn kanker een lage kwaadaardigheid te bezitten die later slechts een tamelijk geringe invloed op zijn loopbaan zou hebben.
In 1981 werd L. Fraiture tot hoofd van de standsgroep (head of the Spacecraft Attitude Section) benoemd. Vanaf toen deelde hij ook de positie van Flight Dynamics Manager (leider van de vluchtdynamica ) met zijn divisiehoofd (Rolf Münch) en het hoofd van de baanberekeninggroep (Dr. Mattias Soop) in simulaties, lanceringen en de vroege operationele activiteiten. Niettegenstaande bleef hij een leidende rol spelen in de ontwikkeling van nieuwe algoritmen (berekening schema’s voor complexe wiskundige opgaven) en de gedetailleerde ontwerpen van specifieke operationele software aangaande het gebruik van standsensoren en motoren. Later werd onder zijn leiding de standsoftware voor geostationaire satellieten gemoderniseerd en gestandaardiseerd. Verder schreef hij meer dan vijftig interne rapporten (flight dynamics reports) over diverse technische en theoretische onderwerpen.
In de loop van de jaren negentig waren bijkomende ‚flight dynamics managers‘ nodig geworden om met het stijgende aantal en dikwijls min of meer samenvallende lanceringen klaar te komen. Ten gevolge van de stijgende last veroorzaakt door technisch veeleisendere projecten en lanceringen en zijn duidelijk verzwakkende gezondheid vroeg Luc Fraiture in 1996 om gebruik te kunnen maken van een vervroegde pensioneringsoptie die op dat ogenblik bestond voor ESA stafpersoneel.
Dit verzoek werd ingewilligd, zodat hij zich eind februari 1997 uit zijn beroepsleven kon terugtrekken.
Daarmee eindigde zijn carrière in het European Satellite Operation Center (ESOC) in Darmstadt, een loopbaan waarmee hij nauw betrokken werd met ongeveer 35 verschillende kunstmanen. Het officiële pensioen startte vijf jaar later.
Zo veel over zijn beroepsleven. In werkelijkheid had L. Fraiture vanaf zijn vroege kinderjaren een bijzondere interesse voor natuurkunde met vragen over de lichtsnelheid, de beweging van vliegtuigen en de natuur van elektriciteit. Het gebeurt echter dikwijls dat vroege interessen ondergeschikt zijn aan het beroep dat men later in het leven uitoefent. Zelf indien men in het beroepsleven over een zekere vrijheid beschikt, moet men zijn interessen noodzakelijkerwijze oriënteren naar thema’s die met zijn professionele opdrachten passen.
In het geval van Luc Fraiture is deze georiënteerde interesse duidelijk merkbaar op het gebied van parameter schattingsmethoden voor vergelijkingssystemen, trigonometrie, goniometrie en specifieke satellieten stands-problemen, categorieën waartoe de meeste van zijn tijdschriftartikels en conferentie-bijdragen behoren.
Andere thema’s waarmee hij zich bezig gehouden heeft, hebben alle meer of minder te doen met aspecten van het zonnestelsel, zoals bijvoorbeeld de zonneactiviteit, de warmteontwikkeling in de planeten, de invloed van de verandering van de lengte van de dag over de miljoenen jaren, enz. Voor zijn pensioen stak Fraiture veel van zijn vrije tijd in dit persoonlijke en private onderzoek, waarvoor eventuele computer verificaties thuis gemaakt werden. Het lezen van relevante literatuur gebeurde meestal gedurende de wachttijden in vlieghavens en de eenzame uren in de hotels ter gelegenheid van zijn dienstreizen. Niet alle onderwerpen die hij aangesneden heeft, hebben tot positieve resultaten geleid. Hoewel sommige bevindingen interessant waren, werden ze niet in interne berichten omgezet en zeker niet in publicaties (buiten de studie over de oorzaak van planetaire afplatting) om de verdenking van tijdverlies door het ESOC-management te voorkomen. Had hij beslist resultaten van dit soort onderzoek te publiceren, zouden er waarschijnlijk langdurige verificatie en verbetering procedures nodig geweest zijn om de gevolgen van het isolement waarin de studies gemaakt werden, te compenseren. Al deze zaken vereisen veel geduld en tijd die Luc Fraiture niet had, en dat niet alleen omwille van zijn veeleisende beroepstaken maar ook omwille van zijn veelzijdige vorsersmaak en de schrik zijn betrekking in het gedrang te brengen.
Om dit korte overzicht te vervolledigen keren we terug naar Dr. Fraiture’s privéleven.
Na zijn besluit met vervroegd pensioen te gaan hadden zijn vrouw en hij besloten in de lente van het jaar 2000 naar Tienen in België terug te keren, waar ze een mooi appartement ingericht hadden. Deze plannen werden door de onverwachte dood van zijn echtgenote in mei 1999 verijdeld. Daarop besloot L. Fraiture in Duitsland te blijven, waar hij veel meer vrienden en kennissen had als in Tienen, de stad die hij meer als dertig jaar vroeger verlaten had. Maar, daar zijn schoonvader nog leefde, ging hij hem elke maand gedurende een week bezoeken. Dit betekende dat L. Fraiture regelmatig heen en weer reisde tussen Darmstadt en Tienen. Zijn schoonvader stierf in oktober 2003. Ondertussen had L. Fraiture een nieuwe partnergevonden, maar dat echter ook in Tienen. Daardoor bleef het maandelijkse pendelen verder noodzakelijk. In de tweede helft van 2005 vergde zijn kanker een eerste, maar toch dringende behandeling. Daardoor bleef hij een half jaar min of meer aan huis gekluisterd.
In het begin van het jaar 2006 startte Luc Fraiture onderhandelingen met de universiteit te Leuven met het doel samen met zijn zoon, Boris, die ondertussen cardioloog geworden was, een fonds te creëren om studies op het gebied van bloedkanker te bevorderen. Dit steunde financieel verregaand op de erfenis van hun schoon- en grootouders. Deze onderhandelingen werden afgesloten in de lente van 2007 en de statuten van het Fraiture Bloedkankerfonds van de Katholieke Universiteit te Leuven werden eind juni 2007 officieel ondertekend. Ondertussen hertrouwde Luc Fraiture met de hoger vernoemde partner, namelijk mevrouw Niki Preud’homme. Zij vervoegde haar echtgenoot in Duitsland in augustus 2007.